Niet-allergisch astma
Niet-allergisch astma ontstaat vaak op latere leeftijd. De luchtwegen reageren op niet-allergische prikkels zoals rook, kou, stress of inspanning.
Wat is niet-allergisch astma?
Bij niet-allergisch astma reageren de luchtwegen niet op allergenen, maar op niet-allergische prikkels. Denk bijvoorbeeld aan koude lucht, rook, sterke geuren, inspanning, stress of luchtvervuiling. Deze prikkels kunnen ervoor zorgen dat de luchtwegen vernauwen en ontsteken, wat leidt tot benauwdheid, piepen, hoesten of een beklemmend gevoel op de borst. Klachten kunnen in golven optreden en zijn soms minder voorspelbaar dan bij allergisch astma.
Hoe ontstaat niet-allergisch astma?
De precieze oorzaak van niet-allergisch astma is niet altijd duidelijk. Vaak ontstaat het op latere leeftijd en is er geen sprake van erfelijke aanleg, zoals bij allergisch astma wél vaak het geval is. Infecties aan de luchtwegen, langdurige blootstelling aan irriterende stoffen of hormonale factoren kunnen mogelijk een rol spelen bij het ontstaan. Ook kan blootstelling op het werk (bijvoorbeeld aan dampen of stof), een periode van veel stress of een zware verkoudheid een eerste aanval uitlokken.
Wat is het verschil tussen allergisch en niet-allergisch astma?
Het belangrijkste verschil zit in de trigger. Bij allergisch astma treden klachten op na contact met bijvoorbeeld pollen, dieren of huisstofmijt. Bij niet-allergisch astma zijn het juist dingen als parfum, schoonmaakmiddelen, mist of inspanning die klachten uitlokken. Een allergietest levert bij deze mensen meestal geen duidelijke uitslagen op. De diagnose wordt vaak gesteld op basis van het klachtenpatroon, longfunctieonderzoek en het effect van proefbehandeling met medicatie.
Kan je goed leven met niet-allergisch astma?
Met passende zorg kun je je astma vaak stabiel houden. Wat daarbij helpt, verschilt per persoon. De behandeling bestaat vaak uit inhalatiemedicatie (luchtwegverwijders en ontstekingsremmers) en kan worden aangevuld met longfysiotherapie, ademhalingstechnieken en een Astma Actieplan. Belangrijk is dat je samen met je behandelend zorgverleners (bijv. longarts of longverpleegkundige) zicht krijgt op jouw persoonlijke triggers en vroegtijdige signalen van astmaklachten. Op basis daarvan maak je een Astma Actieplan: duidelijke afspraken over wat je dagelijks doet, wat je verhoogt of start bij verergering, en wanneer je contact opneemt met de zorg.
Wat is niet allergisch astma?
Bij niet-allergisch astma reageren de luchtwegen niet op allergenen, maar op niet-allergische prikkels. Denk bijvoorbeeld aan koude lucht, rook, sterke geuren, inspanning, stress of luchtvervuiling. Deze prikkels kunnen ervoor zorgen dat de luchtwegen vernauwen en ontsteken, wat leidt tot benauwdheid, piepen, hoesten of een beklemmend gevoel op de borst. Klachten kunnen in golven optreden en zijn soms minder voorspelbaar dan bij allergisch astma.
Hoe ontstaat niet-allergisch astma?
De precieze oorzaak van niet-allergisch astma is niet altijd duidelijk. Vaak ontstaat het op latere leeftijd en is er geen sprake van erfelijke aanleg, zoals bij allergisch astma wél vaak het geval is. Infecties aan de luchtwegen, langdurige blootstelling aan irriterende stoffen of hormonale factoren kunnen mogelijk een rol spelen bij het ontstaan. Ook kan blootstelling op het werk (bijvoorbeeld aan dampen of stof), een periode van veel stress of een zware verkoudheid een eerste aanval uitlokken.
Wat is het verschil tussen allergisch en niet-allergisch astma?
Het belangrijkste verschil zit in de trigger. Bij allergisch astma treden klachten op na contact met bijvoorbeeld pollen, dieren of huisstofmijt. Bij niet-allergisch astma zijn het juist dingen als parfum, schoonmaakmiddelen, mist of inspanning die klachten uitlokken. Een allergietest levert bij deze mensen meestal geen duidelijke uitslagen op. De diagnose wordt vaak gesteld op basis van het klachtenpatroon, longfunctieonderzoek en het effect van proefbehandeling met medicatie.
Kan je goed leven met niet-allergisch astma?
Met passende zorg kun je je astma vaak stabiel houden. Wat daarbij helpt, verschilt per persoon. De behandeling bestaat vaak uit inhalatiemedicatie (luchtwegverwijders en ontstekingsremmers) en kan worden aangevuld met longfysiotherapie, ademhalingstechnieken en een Astma Actieplan. Belangrijk is dat je samen met je behandelend zorgverleners (bijv. longarts of longverpleegkundige) zicht krijgt op jouw persoonlijke triggers en vroegtijdige signalen van astmaklachten. Op basis daarvan maak je een Astma Actieplan: duidelijke afspraken over wat je dagelijks doet, wat je verhoogt of start bij verergering, en wanneer je contact opneemt met de zorg.